Ze vinden dat Aegon overleg moet voeren met de werkgevers en de bonden in
Nederland, zo heeft vakbondsbestuurder Willem Noordman van FNV Bondgenoten
dinsdag laten weten.

Aegon nam vorig jaar van de stichting Optas het havenpensioenfonds over voor
1,3 miljard euro. Daarmee werd de verzekeraar ook betrokken bij het conflict
over het zogenoemde ,,beklemd vermogen”, een gespaarde buffer van 768
miljoen.

De havenarbeiders vinden dat dit geld van hun is en moet worden
gebruikt voor indexering van de pensioenen. Volgens Aegon moeten de
werkgevers en werknemers niet bij de verzekeraar zijn, maar bij de stichting
Optas. Want in de overnamesom van 1,3 miljard, zat ook geld voor die buffer
van 768 miljoen.

Het bestuur van de stichting Optas wil de 1,3 miljard die het van Aegon heeft
ontvangen, gebruiken voor sociale en culturele projecten. Volgens de
statuten van de stichting kan dat.

Woensdag begint voor de rechtbank in Rotterdam een voorlopig getuigenverhoor
in de kwestie, met name over de manier waarop de stichting de 1,3 miljard
wil besteden. De rechtbank heeft daar tot en met 20 juni in totaal vier
dagen voor uitgetrokken. De betrokkenen kunnen daarna vaststellen of, en
tegen wie zij een zaak hebben.

Het havenpensioenfonds is ooit opgericht door werkgevers en werknemers
in de haven. Tien jaar geleden werd het verzelfstandigd. De stichting Optas
werd verantwoordelijk voor het fonds.

Na Kamervragen heeft minister Piet Hein Donner van Sociale Zaken zich in de
zaak verdiept. Hij kwam tot de conclusie dat hij geen bevoegdheden heeft om
in te grijpen in de situatie rond het havenpensioen. Volgens Donner is die
ontstaan door afspraken die sociale partners in het verleden hebben gemaakt.
Wel toonde hij zich bereid om te bevorderen dat de ruziënde partijen er in
onderling overleg proberen uit te komen. Maar tot op heden is dat niet
gelukt.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl